Voor F, welkom welkom.
Hoe praten Rotterdammers, een kort overzicht. Er zijn vier belangrijke kenmerken:
- het gekloot met de T
- De o is groter dan waar ook
- Samenvoegen van vaste uitdrukkingen
- Harder is beter
Het gekloot met de T
De T is centraal voor het Rotterdams; je plakt die te pas en te onpas overal achteraan en je spreekt ‘m nat uit. Rotterdams is wel het: “Nederlands waarin woorden niet worden uitgesproken, maar te water worden gelaten”, aldus letterkundige (en Amsterdammer) Kees Fens.
“Doe ze de groeten” wordt in de sapcentrifuge die Rotterdams heet: “Doetse de groetse”.
De o is groter dan waar ook
De O is een belangrijke marker voor Rotterdams. In tegenstelling tot Haags of Amsterdams kent Rotterdam nog wel aparte klinkers. Heb je een Hagenees wel eens het onderscheid horen maken tussen ‘bijl’, ‘buil’, ‘bel’? Precies, dat kun je niet horen.
De O maak je zo groot mogelijk. Bijna als een ui of een eu.
Samenvoegen van vaste uitdrukkingen
Vaste uitdrukkingen als “Wat heb je …” worden samengetrokken tot “Tebbie”. Dus “tebbie mooi haar” betekent: “wat zit je haar leuk”.
Harder is beter
Rotterdammers schelden graag, liefst met natte woorden als “tering”.
Een bekende is “Willems Kantine: 5 euro? Op je muil, gauw”.
Of Tiny en Lau, een klassieker uit 2007. Ik word een beetje zenuwachtig van het mitrailleurvuur aan scheldwoorden? Is dit een vorm van Tourette?
Of ome Deelder over Amsterdam, een verbaal stukje Ajax-Feyenoord naar de mensen toe.
Tebbie daar nou? Jatog, niettan.