In een gesprek met Martin van Amerongen, verklaarde Prins Bernard voor zichzelf waarom hij zich door Lockheed had laten verleiden. Hij noemde de ja-knikkers en knipmessen om hem heen ‘hermelijnvlooien en pluimstrijkers‘, waarvan hij geen weerwoord kreeg:
MvA: ,,De Lockheed-affaire is natuurlijk niet de meest glorierijke bladzijde in uw biografie. Maar de Lockheed-affaire is nu al twintig jaar oud en u hebt daarvoor zwaar geboet. Dus dat is voltooid verleden tijd behalve als een krant als NRC Handelsblad tot twee keer toe zijn eigen beweringen rectificeert en beweert dat er eigenlijk nooit iets is bewezen en u zich nergens aan schuldig heeft gemaakt.”
Bernhard knikt.
MvA: ,,Wij schrijven natuurlijk regelmatig kritisch over het koningshuis…”
Bernhard knikt.
MvA: ,, maar het artikel waarop u doelt, was niet op u gericht, maar ging over de pluimstrijkers om u heen die bezig zijn de geschiedenis te herschrijven.”
Zei ik. Heb ik dat werkelijk allemaal tegen Bernhard, Prins der Nederlanden gezegd?
Ik ben bang van wel.
Bernhard maakt een wegwuivend hand gebaar. ,,Allright. De zaak is afgedaan”, zegt hij. ,,Ik ken het verschijnsel. Weet u hoe ik die mensen altijd noem? Hermelijnvlooien.”
Maar wie bedenkt nu zon rare, intimiderende actie, met het doel te ontkennen wat onmogelijk te ontkennen viel? Hijzelf?
,,Nee”, zegt Bernhard, ,,ik wist van niets. Het is de Rijksvoorlichtingsdienst geweest. Die heeft de landsadvocaat op die krant afgestuurd.”
(uit De Groene Amsterdammer)