Dit is het verhaal over hoe ik De Meisje ten huwelijk vroeg. Ja, we waren al ‘soort-van’ getrouwd. Maar dit is the big one, voor het echie.
Afgelopen vrijdag was het vier juni, dus exact 10 (tien!) jaar geleden dat we uit eten gingen en niet meer uit elkaar. Om half twaalf ’s avonds stelde ik voor om een wandelingetje te maken.
“Vertrouw je me?” vroeg ik. “Wil je dan je ogen dichtdoen? Geef me een hand. Dan leid ik je door de stad.”
Ze aarzelde even, maar deed haar ogen dicht. Voorzichtig, voetje voor voetje slopen we door de stad, langs trams en auto’s. Ze protesteerde dat ik eerder moest waarschuwen voor stoepjes.
Ze kent de stad natuurlijk: het geluid van boten, het geluid onder een brug. Dus ze wist dat we richting de Maas waren gelopen. Bij aanlegpaal nummer 22 stopten we. Het doosje met de ring wurmde ik uit m’n broekzak.
Ik vroeg: “Lief, wil je met me trouwen?” Ze zei ja. En de ring paste.
Daarna zei ze: “Vertrouw jij mij dan?” Ik zei ja en sloot mijn ogen. We liepen voorzichtig weer terug naar huis.